blauwdruk te vervolledigen,te wijzigen of te corrigeren door de belanghebbenden

1980 – 24.12 : K.B die het samenwonende-statuut voor werklozen bekrachtigd .Prettige Kerst !
Vanaf het begin werd dit statuut door de feministische bewegingen bevochten wegens te discriminerend t.o.v. de vrouwen vermits ze voor 90% vertegenwoordigd waren.


1981 : Het verbindings comité voor vrouwen legt klacht neer bij de Europese Commissie voor indirekte discriminatie jegens de directieve 79/7 van december 1978.


1986 : Dit statuut wordt uitgebreid naar de invaliditeitsverzekering toe.


1991 : Na 10 jaar bevestigt het Hof van Justitie het indirect discriminerend effect in de werkloosheidsreglementering. Het Hof van Justitie erkent wel de argumentering van de Belgische staat die deze discriminatie rechtvaardigt om te vermijden dat de Belgische staat veroordeeld zou worden om haar sociale zekerheid.


1991 – 25.11 : Hervorming van het K.B.
Deze wordt nog waziger omtrent het samen wonen en maakt het mogelijk om elke vorm van solidariteit te ondermijnen
Het samenwonende-statuut betreft iedereen die niet alleenstaand of gezinshoofd is. Het betrefd dus ouderen van dagen , zusters , broers , neven ,mede huurders, onderhuurders , enz….met alle mogelijke gevolgen van dien. Het herbergen van een derde persoon stelt de uitkeringsgerechtigde bloot aan sancties mocht hij op dat ogenblik aan een controle onderworpen worden. Het K.B. heeft het wel degelijk over ” samenwonen en de huiselijke taken samen uit te voeren “. Hier moet de beschuldigde zelf zijn onschuld bewijzen


2000 – 01.12 : De sociaal-economische Raad van de V.N. heeft België daarvoor veroordeeld voor het intrusieve en sexueel discriminerend statuut die niet strookt met Artikel 16 en 17 van de Conventie die België nochtans ondertekend heeft.
Deze veroordeling is spijtig genoeg niet bindend .


2014 – avril : Studiedag over het thema ” Sociale bescherming en armoede ” door de dienst Armoedebestrijding.


2015, 2016 et 2017 : Verschillende klachten voor het Arbeids Gerechtshof dat telkens concludeert dat er van samenwonen géén sprake is , desondanks gaat de R.V.A. systematisch naar cassatie.


2017 – 09.10 : Het Hof van Cassatie oordeelt dat personen die een woonst delen niet noodzakelijk samenwonend zijn .
Om als dusdanig samenwonend te zijn dient men bepaalde taken samen uit te voeren , nl. het onderhoud ,de wasbeurten , de inkopen en dat men een financiële bijdrage levert .Van zodra iedere bewoner zelf in zijn levensonderhoud voorziet zal hij als alleenstaande bevonden worden en uitkeringen genieten in overeenstemming met zijn statuut , gelet dat hij zelf de bewijzen moet leveren. Weeral een middeleeuwse toestand waarbij de aangeklaagde moet bewijzen dat hij onschuldig is.
Alhoewel deze beslissing nieuwe inzichten biedt stelt dit het samenwonende statuut en de uitwerking ervan niet ter discussie.


2018 – 19.04 : Voormiddag georganiseerd door de dienst Armoedebestrijding en ingeleid door C. Defraigne (M.R. )die in haar toespraak de eisen van de werkgroep herhaalt zonder deze formeel tegen te spreken .In de samenvatting van de studie staat : Volgend op het onderzoek door het HIVA, zoeken de Federale Overheidsdienst Integratie en het Cabinet van de Minister van Sociale Integratie naar oplossingen door het onderzoeken en analyseren van de sociale voorzieningen in de andere lidstaten van de E.U.
De F.O. Sociale Zekerheid zoekt samen met verschillende experten in deze branche naar oplossingen en dit om een globale visie van de problematiek te hebben.

 

Hoe ver staat men daarin vandaag ?

2020 : Volgend op de consequenties van de Covid op de algemene economie zijn er financiële tegemoetkomingen ( maar niet voor de samenwonenden ).


2020 – 30.09 : Verslag van de formateurs Paul Magnette en Alexander De Croo : ” er wordt onderzocht of de reglementering inzake sociale en fiscale zaken nog voldoet aan de hedendaagse manieren van samen leven “.
Is dit onderzoek gebeurd ?
Wat zijn de conclusies ?


2021 : tegemoetkomingen voor de overstromingen


2022 – 28.09 : De bevindingen van de Dulbea-studie worden aan 10 politieke vertegenwoordigers van verschillende partijen voorgesteld .
De stemming gebeurt met geheven hand om zich uit te spreken over het beëindigen van dit statuut .
Alleen MR,N-VA en les Engagés heffen hun hand NIET ( VLD was niet aanwezig ).